Registreer of login om alle onderdelen te bekijken

De voorwaardelijke uitsluitingsclausule: goederenrechtelijke of verbintenisrechtelijke werking?

PEN e-learning 2022, nr. 21

dinsdag 21 juni 2022

Een uitsluitingsclausule in een schenkingsovereenkomst of testament zorgt ervoor dat het verkregene privé blijft van de verkrijger (en niet gedeeld of verrekend hoeft te worden binnen een huwelijk, geregistreerd partnerschap of samenlevingsovereenkomst van de verkrijger).

Uitsluitingsclausules kunnen vele verschijningsvormen hebben. Zo kan het de wens zijn van de schenker of testateur om de clausule te laten vervallen als de verkrijger overlijdt (de clausule werkt dan alleen bij echtscheiding/uit elkaar gaan). De uitsluitingsclausule is in dat geval voorwaardelijk (aan de uitsluitingsclausule is een ontbindende voorwaarde van overlijden gekoppeld). In de literatuur bestaat discussie over de vraag of deze voorwaarde zowel goederenrechtelijk als verbintenisrechtelijk kan worden vormgegeven. De keuze voor het een of voor het ander heeft grote gevolgen voor de juridische en fiscale uitwerking bij de verkrijger. Het is aan de adviseur of notaris om op basis van de wensen van cliënten de juiste keuzes te maken en in de op te stellen stukken te verwoorden.

Auteur: C.C.M. (Charlotte) van Oorschot LL.M.

1. Inleiding

Een uitsluitingsclausule als bedoeld in art. 1:94 BW in een schenkingsovereenkomst of testament zorgt ervoor dat het verkregene privé blijft van de verkrijger (en niet gedeeld of verrekend hoeft te worden binnen een huwelijk, geregistreerd partnerschap of samenlevingsovereenkomst van de verkrijger). De tekst van een uitsluitingsclausule in een testament zou bijvoorbeeld als volgt kunnen luiden: 

’Ik bepaal dat al hetgeen uit mijn nalatenschap wordt verkregen, alsmede de revenuen daarvan en hetgeen voor een en ander in de plaats treedt, niet zal vallen in enige huwelijksgoederengemeenschap of een gemeenschap voortvloeiende uit een geregistreerd partnerschap, waarin de verkrijger gerechtigd mocht zijn of worden, en niet in aanmerking mag worden genomen bij de toepassing van enig verrekenbeding.’