Registreer of login om alle onderdelen te bekijken

De opeisbaarheidsclausules ‘onderbewindstelling’ en ‘curatele’ in langstlevende testamenten: overziet de testateur de mogelijk ongewenste gevolgen van deze clausules?

PE Notariaat 2023/25

dinsdag 12 september 2023

In langstlevende testamenten met daarin als uitgangspunt een wettelijke verdeling, quasi-wettelijke verdeling of ouderlijke boedelverdeling, staat vaak een aantal gronden waardoor de vorderingen van de kinderen tijdens het leven van de langstlevende echtgenoot of geregistreerd partner opeisbaar kunnen worden. Dezelfde gronden kunnen ook worden opgenomen in vruchtgebruiktestamenten of in tweetrapsmakingen (‘radartestamenten’) ten behoeve van de langstlevende partner, om het einde van het vruchtgebruik te bepalen respectievelijk het moment waarop de ontbindende voorwaarde van kracht wordt. Deze zogenoemde ‘testamentaire opeisbaarheidsclausules’ stemmen niet altijd overeen met de verzorgingsgedachte van langstlevende testamenten. Het opnemen van opeisbaarheidsclausules in testamenten vereist daarom zorgvuldigheid en maatwerk in de advisering door de notaris. Is de erflater zich voldoende bewust van de gevolgen van een opeisbaarheidsgrond?

In dit PEN-artikel wordt onder meer ingegaan op de uitspraken van Rechtbank Oost-Brabant (15 juli 2020, ECLI:NL:RBOBR:2020:3543) en Hof Amsterdam (26 oktober 2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:3313), waarin de testamentaire opeisbaarheidsgrond ‘onderbewindstelling’ centraal staat. De uitspraken geven een aanzet om de modelteksten van de opeisbaarheidsclausule ‘onderbewindstelling’ en ‘curatele’ in langstlevende testamenten kritisch te bekijken en deze waar nodig te verfijnen of te wijzigen.

 Dit PEN-artikel is onderdeel van een reeks van PEN-artikelen waarin aandacht wordt besteed aan testamentaire opeisbaarheidsgronden. Eerder verscheen ‘Testamentaire opeisbaarheidsclausules die verlaging van de eigen bijdrage voor de Wet langdurige zorg (Wlz) beogen’ PE Notariaat 2019/14.

Auteur: mr. dr. N.V.C.E. (Nathalie) Bauduin